De 7 hoofdzonden en leiderschap: Deel 6 Traagheid

Geschreven door Carl Vanhemelen op *}

Wikipedia hierover:

Acedia, de Latijnse benaming voor gemakzucht, traagheid, luiheid of vadsigheid.

In tegenstelling tot de andere hoofdzonden gaat het hier niet over een teveel hebben van iets maar eerder te weinig. Soms zelfs het Traagheid 1totaal ontbreken van iets. De natuurkundige wet van de traagheid stelt dat er kracht nodig is om een voorwerp in beweging te brengen en richting te geven. Je kunt stellen dat stilstand een natuurlijke status van zijn is en dat elke beweging kracht en moeite kost. Voor de ene al wat meer dan voor de andere neem ik aan. Vreemd genoeg gebruiken we het woord snelheid om traagte uit te drukken. Een snelheid van 1 km/u drukt eigenlijk traagheid uit. Tenzij dit van alles en iedereen de maximale snelheid is. Een complexe materie dus. En wat met de trage schildpad die het haalt van de snelle haas?

We gaan met de begrippen snel en traag paradoxaal om. Enerzijds mogen we steeds minder snel, op de weg bijvoorbeeld. Ga je over de limiet, dan word je gestraft. Mindfulness, slowfood en zelfverklaarde geluksprofeten zijn een megasucces. De snelheid móet eruit, Zen erin. Wanneer je anderzijds op je werk de dingen niet op het tempo doet zoals van je geëist wordt dan krijg je daarvoor een straf, ultiem de C4 (niet de auto). Alles móet veel sneller. Het móet ook alsmaar meer zijn. Je móet je meer geven, het onderste móet uit je kan. Zo snel als mogelijk aan het volgende beginnen. Elke seconde móet actief ingevuld worden. Vooral hypergelukkig en met hopen fun. Anders ben je niet goed bezig – wat overigens een ridicule uitdrukking is. Maar wat is goed? De kortste weg naar een burn-out

Traagheid 3Traagheid komt in hetzelfde lijstje voor als luiheid. Het niet of met ultieme tegenzin – zinloze? – dingen doen die vooral door iemand anders van je verwacht worden. En dan ga ik ervan uit dat die verwachting voor iedereen – inclusief de uitvoerder – kristalhelder is.  Te dikwijls is dat niet zo. Met lange tanden er aan beginnen, veel te laat gestart en bijgevolg veel te laat afgewerkt. Uitstelgedrag heet dat dan. Of mooier gesteld procrastinatie. Dat woord alleen al geeft voldoende motivatie om er niet aan te beginnen. Kan je lekker zeggen dat je lijdt onder procrastinatie. Daar heb ik al jaren een boek over liggen. Ik kom er niet toe het te lezen. Het enige wat ik ermee deed is verschuiven van mijn bureau naar de kast of naar de tafel. Ik weet momenteel zelfs niet meer waar het ligt. Niemand verwacht dat ik het lees en het zinvolle ervan is waarschijnlijk nog niet tot me doorgedrongen. Komt nog wel. Procrastinatie, morgen is altijd de drukste dag van de week. Traagheid, zo rustgevend. Of net niet?

Is traagheid of luiheid altijd slecht? Eens uit de hectiek van het rondlopen-als-een-kip-zonder-kop-leven stappen. Nadenken, reflecteren. Voor één keer de juiste beslissing nemen, niet de eerste de beste die bij je op komt. De batterijen opladen. Tot jezelf komen. In de spiegel kijken (paniek!). Diep ademen. De tijd nemen voor je partner, familie, vrienden, collega’s. Deze momenten vooral niet timen. Het begint wanneer het begint en stopt wanneer het gedaan is. Eens een keer connecteren met jezelf en de anderen. Dezelfde golflengte opzoeken (dan moet je wel een golflengte hebben). Elkaar het gevoel geven dat je er ook écht bent.

Waar vinden traagheid en luiheid hun bron? Het gratis genetisch rugzakje van onze ouders bepaalt dat de één van nature uit al wat trager – of sneller – is dan de andere. Duidelijk. Maar er moet toch meer in het spel zijn? Wijzen traagheid en luiheid in een bedrijfscontext dikwijls niet op een afwezigheid van engagement en motivatie. Van de wil en energie om ergens voor te gaan. De drang om je doel te bereiken. Daar heb je uiteraard wel een doel voor nodig. Anders peddel je maar wat in het rond, nergens naartoe. Dat kan ook eens plezant zijn. Maar niet altijd. Of toch?

Als leider past traagheid en luiheid niet in het lijstje van competenties – eigenschappen – die steevast bovenaan prijken op je curriculum. Stel je voor. Mijn sterktes? Ik ben bij momenten erg traag en ontzettend lui. Zo traag en lui dat ik zelfs niet meer besef dat ik besta. Komt waarschijnlijk niet goed. Noestigheid, harde werker. Snelle denker. Veel borden tegelijk in de lucht kunnen houden. Daadkrachtig en snel kunnen beslissen. Resultaatgerichtheid, liever gisteren dan morgen. Een hoge drive. Dat zijn de uitspraken die verkopen.

Tas devilEen leider die constant als een wervelwind door de organisatie raast en eist dat de volgers mee zijn, bereikt wel eens meer dan gewild het tegenovergestelde. De volgers krijgen het gevoel dat ze niet mee zijn en haken – sommigen al vrij snel – fysiek en vooral mentaal af. Het engagement slinkt zienderogen. De motivatie staat op vriespunt. Men komt nog enkel tijdens de uren dat ze geacht worden aanwezig te zijn en presteren slechts een fractie van wat ze als potentieel in huis hebben. En dan krijgen ze de stempel “LUI”  op het voorhoofd. Soms zelf getatoeëerd. Ze geraken er nooit meer van af.  En toch schreef goeroe Zig Ziglar: “There is no such thing as a lazy person. He is either sick or uninspired”. Aan jou als leider om het verschil te zien en er iets verstandigs mee te doen. Meer druk zetten helpt af en toe, dikwijls niet. Gras groeit niet door eraan te trekken.

De altijd trage leider is al even nefast voor een organisatie. Problemen weigeren te zien en aan te pakken, moeilijk kunnen beslissen, conflicten uit de weg gaan en ze  onder de mat schoffelen omdat het teveel energie vraagt. Teveel denken en zeggen: “het is wat het is”. In essentie zijn dat eveneens vormen van traagheid, luiheid of gemakzucht. Lekker nestelen in een warm bedje van het comfortabele tempo. Vooral met alles en nog wat optisch druk bezig zijn, af en toe met werk gerelateerde zaken. De reis plannen, facebooken, twitteren, gesprekje hier, keuveltje daar. Als het maar gezellig is.

Als snelle leider is zelf gas terug nemen en connecteren met de vertraagde een eerste maar moeilijke stap. Samen op zoek gaan naar de ontbrekende energie om de sputterende motor (weer) op gang te krijgen. Stilstand is volgens de wet van de traagheid de natuurlijke status van zijn. Er is bijgevolg energie nodig om dat te veranderen. Spreek je coachende vaardigheden aan. Een meer disciplinerende houding kan je nog in laatste instantie aannemen. Wanneer niets anders nog werkt. Bij een wielrenner die onderweg vergeten is te eten en volgens Michel Wuyts een fringalleke heeft, helpt het roepen en tieren van de sportdirecteur ook niet. Eten en drinken wel. En vooral steun van de ploegmaten.

Heb je als leider zelf last van een fringalleke, zoek een mentor of nog beter een goede coach. :-)

Carl Vanhemelen, managing partner ImproveMenT