Het verhaal van M’bogo en Syncerus – Geven en krijgen van feedback – Uit Het Egeleffect van Manfred Kets De Vries

Geschreven door Carl Vanhemelen op *}
, ,

Er was eens een buffelkudde die werd geleid door een sterk dier, M’bogo geheten. Op een dag lag M’bogo op een grasrijk plekje vlakbij een beek te herkauwen en loeide naar zijn volgers: ‘Hoe gaat het daar?’ en wachtte op het goede nieuws. Op enige afstand overlegde de jongere buffel met zichzelf wat hij moest zeggen. Het ging helemaal niet goed. De voorraad groen gras nam zienderogen af en er was niet zoveel meer te eten.

Maar niemand had het lef het slechte nieuws aan M’bogo te vertellen – ze wisten allemaal maar al te goed wat er kon gebeuren als hij boos werd. Vele hadden de littekens om het te bewijzen en het laatste wat ze wilden, was hem een slecht humeur bezorgen. ‘Wat zal ik tegen hem zeggen?’ vroeg Syncerus, zijn adjudant, de andere buffels. M’bogo’s laatste woede-uitbarsting toen een andere kudde naar hun beste graasgronden was getrokken, stond nog vers in het geheugen. Net als de meeste andere wist Syncerus dat het tijd was verder te trekken, op zoek naar groenere weiden. Het meeste gras was tot de wortel afgegraasd, behalve de plek waar M’bogo lui lag. Syncerus vroeg zichzelf af of hij de moed had M’bogo te vertellen dat de kudde het gevaar liep te verhongeren. Hij besefte dat het antwoord nee was.

Uiteindelijk ging Syncerus naar M’bogo. ‘Het gaat allemaal vrij goed, baas,’ riep hij. ‘Er is genoeg gras voor iedereen. Natuurlijk zou regen welkom zijn, maar we redden ons wel. M’bogo bromde en zei: ‘Ik ben blij te horen dat alles goed gaat. Hij sloot zijn ogen en kauwde verder.

De volgende dag voorspelde niet veel goeds. Een nieuwe kudde buffels had het enige plekje ingepikt waar nog een beetje groen gras over was. Die onverwachte komst was catastrofaal. Syncerus sjokte naar M’bogo en na enige beleefdheden te hebben uitgewisseld zei hij: ‘O, trouwens, baas, er is een nieuwe kudde in ons territorium gekomen. M’bogo’s ogen schoten open en hij stond op het punt Syncerus een zwieper met zijn horens te geven. Beseffend wat er stond te gebeuren voegde Syncerus er haastig aan toe: ‘Maar dat geeft niet. Wat ik heb gehoord, is dat ze op doortrek zijn.’ Onmiddellijk kalmeerde M’bogo. Hij zei: ‘Mooi. Het heeft geen zin je druk te maken over niets, hè?

Naarmate de dagen verstreken, verslechterde de situatie echter. Op een dag merkte M’bogo, die van zijn plekje op de heuvel naar beneden keek, dat er nog maar weinig buffels in zijn kudde waren. Hij liet Syncerus komen en vroeg geërgerd: ‘Wat is er aan de hand? Waar is iedereen?’ Syncerus kon zichzelf er niet toe zetten te melden dat het merendeel van de kudde met de nieuwkomers mee was getrokken, op zoek naar betere graasgronden. Heel aarzelend zei hij: ‘Baas, ik dacht dat het een goed moment was om de kudde uit te dunnen, voordat de regen komt, en om het dorre hout eruit te halen, weet u wel, degene die onze jongen niet kunnen verdedigen tegen leeuwen en hyena’s.’ ‘Heel goed,’ zei M’bogo. ‘Uitstekend nagedacht. Lijntrekkers kwijtraken geeft ons meer speelruimte. Buffels hebben krachtig leiderschap nodig. Ik ben blij te horen dat je de juiste stappen neemt.’

Het duurde niet lang voordat Syncerus en M’bogo de enige overgebleven buffels waren. Het moment van de waarheid was gekomen. Syncerus kon het niet langer uitstellen, hij moest M’bogo vertellen wat er speelde. Hij sjokte naar hem toe en zei: ‘Baas, ik heb verschrikkelijk nieuws. We zijn de laatste twee, alle andere buffels zijn weg. M’bogo was zo verbaasd, dat hij vergat Syncerus een zwiep met zijn horens te geven. ‘Hebben ze me allemaal verlaten?’ riep hij uit. ‘Waarom? Wat is er verkeerd gegaan?’ Syncerus staarde schaapachtig naar de grond. ‘Ik begrijp het niet,’ zie M’bogo. ‘Ze hebben me verlaten, net nu alles zo goed ging.’

Dit verhaal gaat in essentie over het krijgen en geven van feedback en hoe de feedback-krijger in grote mate bepaalt wat hij te horen krijgt en hoort wat hij wil horen, ziet wat hij wil zien. Er zijn gelijkenissen met de nieuwe kleren van de keizer.

Carl Vanhemelen, managing partner ImproveMenT