Wie zei er ook weer dat feedback makkelijk was?

Geschreven door Carl Vanhemelen op *}
,

Neen dus. Gisteren aan den lijve ondervonden. Twee maal zelfs. De eerste keer met de business partners en een tweede maal thuis (maar daar ga ik het verder niet over hebben). Twee keer kletsen rond de oren gekregen. En zo was het helemaal niet bedoeld door de kletser(s), de intentie was goed. Tenminste daar ga ik gemakshalve van uit. Kwestie van ook de rest van mijn leven niet te hypothekeren.

Eerste klets:

We zaten gezellig met z’n vieren hard te werken rond de eettafel van Dimitri. De inhoud van ons vernieuwd leiderschapstraject was net met mega veel enthousiasme afgerond en we gingen het hebben  over de wervende teksten die we op onze website en in de aankondigende mailing gingen smijten. De tranen rolden nog over onze wangen door het voorafgaande moment waar onze fantasie grenzeloos uit de bocht was gegaan. De stemming en het humeur waren goed, optimaal als het ware. De koffiekoeken en door Dimitri lekkere zelfgebakken wafels zullen er ook niet vreemd aan geweest zijn.

De teksten dus. Ik had een tiental dagen geleden een voorzet naar de collega’s gestuurd voor de tekst van onze website. Daar was tot gisteren weinig reactie op gekomen. Behalve dan wat punten en komma’s die niet op hun plaats stonden en wat complimenten (heeft ondergetekende overigens erg graag). Gisteren was het plots anders. Elke zin werd plots gedraaid en gekeerd en zelfs weggelaten wegens overbodig (!). De zinsconstructie was té passief en toen een collega er bovenop gooide “dat ik dat wel heel dikwijls gebruikte” kreeg ik de voornoemde klets rond de oren. Op zich totaal oninteressant zal je nu denken maar het effect dat dit op me had (kunnen hebben?) was het des te meer. Los van het feit dat mijn super ego (en ja, dat heb ik inderdaad – 2x raden welke mijn overheersende gedragsstijl is) gekrenkt en aan een strijkbeurt toe was, borrelde ook plots de noodzaak op om mezelf en mijn zinnen te gaan verdedigen. Om de goeie “suggesties” – what’s in a name begot!-  zelf eens in twijfel te gaan trekken en van mijn kant aan te vallen. Overigens moest ik het maar eens als mijn verdomde plicht gaan beschouwen om ook de input van de anderen extra kritisch onder de loep te nemen, gisteren en ook in de ruime toekomst. Het hoeft niet gezegd dat de opperbeste sfeer in een nanoseconde onder het vriespunt ging (enigszins verkoelend bij de tropische buitentemperatuur maar toch erg onprettig). Bovendien moest ik ook mijn relatie in het algemeen met de collega’s misschien maar eens in vraag gaan stellen. Tenslotte vertoonde de emotionele bankrekening nu een zwaar debetsaldo. En de internationale economie schrijft in dat geval de strengste austeriteit voor. Al die koffiekoeken, wafels en Nespresso’s ten spijt.

Leuke boel bij ons zal je denken. Zo is het uiteraard niet gegaan. We geven hier tenslotte training en coaching in. In het geven en krijgen van feedback. Maar toch moet ik bekennen dat die figuurlijk oorvijg er toch wel even een heel klein beetje was. En zo gaat het ook in onze dagelijkse werkpraktijk. Vooral als het om corrigerende feedback gaat. Het kan ten slotte altijd beter nietwaar? (zie ook mijn vorige blog: een op het eerste zicht banaal voorval). Voor we ons kanon afvuren op de vermeende zondaar en potentiële ontvanger van onze feedback kunnen we toch maar beter even zorgen dat de timing, inhoud, volume en onze eigen emotionele intensiteit afgestemd zijn op de “objectieve” situatie. Dat we even empathisch stilstaan bij hoe het bij de andere zal binnenkomen en welk het effect zal zijn. Is dit wel het effect dat we wensen? Moet het wel en moet het dan wel zó?

Maar de ontvanger van de feedback heeft minstens een even grote verantwoordelijkheid. Is die defensieve en verongelijkte reactie wel noodzakelijk? Kunnen we niet eerst en vooral luisteren naar de positieve intentie die achter de -soms wat ongelukkig geformuleerde- boodschap zit. Wat kunnen we uit de feedback halen dat ons kan helpen het in de toekomst nog beter te doen? Verzuurt de feedbackgever de relatie of doen wij dat misschien zelf, als ontvanger van feedback? Wat kunnen we zelf doen om de situatie positief te ontmijnen?

Overigens ging het zowel bij de eerste als de tweede klets over terechte feedback en waren de suggesties meer dan zinvol. Maar dat is meestal het geval nietwaar? Ook al missen we dikwijls het perspectief om dat in te zien.

De koffiekoeken en de wafels zijn allemaal verorberd en Dimitri moet nu dringend zijn Nespresso voorraad aanvullen.

Carl Vanhemelen, Managing partner ImproveMenT